cabarnet – Wie zijn wij?

Ontstaan Cabarnet

Het tweejaarlijkse Cigré congres in Parijs kent een lange traditie, waar ook de Nederlandse avond in het restaurant Précatelan in het Bois de Boulogne toe hoort. De toenmalige drie groten van de Nederlandse elektrotechnische industrie: Coq, NKF en Smit boden telkens een diner aan de Nederlandse klanten aan; vanaf onderdirecteur van de elektriciteitsbedrijven met indien meegekomen echtgenote en een verdwaalde binnengeslopen Kemanees werden onthaald.

De tafelspeeches waren in het algemeen dermate saai, dat men in 1988 blij was Maarten als buutreedner te kunnen inviteren. Twee jaar later was er optreden met Paul Leufkens achter de piano en Fred voor de zang, onder de naam ‘De Drie Musketiers”. Dit trio werd overigens ook vanuit NUON respectievelijk NKF en KEMA, projectleiders voor het zogenaamde Kunststof Distributiekabel project.

Vanaf ’95 werd ook bij andere gelegenheden opgetreden en sinds ’97 bij Cired bijzonder spontaan om niet te zeggen onvoorbereid. In 1998 werd Cabarnet uitgebreid met Paul Giesbertz, ’n paar jaar later Martin Dorgelo en regelmatig hebben we met andere gastleden samen mogen werken.

Het jaar 2000 gaf letterlijk een breuk met en in de sponsoren, sommige gingen, andere kwamen. In 2006 werd de Nederlandse avond gesponsord door: Amec Spie, KEMA, NUON, Prysmian, Siemens, Smit Nijmegen.

Wie zijn wij?

Maarten van Riet kreeg tijdens de Nederlandse avond van Cigré 2006 in Parijs te horen dat hem het erelidmaatschap van Cigré was toegekend. Daarbij werd uitdrukkelijk vermeld, dat dit niet gebeurde vanwege zijn ‘outstanding’ kwaliteiten als cabaretier, maar vanwege zijn grote technische verdiensten en vele innovaties vanuit zijn eeuwige liefde NUON. Zijn alter ego “Tinus de stroomboer” is geboren op het Brabantse platteland met optredens voor de RK jeugdsociëteit. Maarten heeft veel storingen met gevoel voor humor opgelost, maar moest diepgaan om de schoonheid van Black Monday (4 januari 1993) te zien. Toch kon hij toen dichten:

Een storing..

Een storing heb je nodig stil en oprecht

Een storing die als het er op aankomt voor je bidt en voor je vecht…

Pas als een storing komt die je pakt en je hele landje nekt…

Dan pas kunnen we zeggen: we hebben weer een project……..

Toen NKF in 1989 zijn 75-jarig bestaan vierde was er een optreden van ‘professioneel’ cabaret, o.a. mannen van Farce MajeurePaul Leufkens zat in de zaal en dacht toen hij de toespelingen op de borsten van Vanessa hoorde: ‘dat kan beter’. In diezelfde tijd benaderde Maarten hem om mee te doen vanachter de piano mede omdat Paul hem in ‘88 wat grapjes aangereikt had. Een van zijn eerste liedjes was “ik heb eerbied voor jouw jute vezels” over de GPLK. In 1998 dichtte hij de onsterfelijke lied opening “ingenieur, okselgeur” en schreef en zong Paul “Goodbye adviseur[1]”. Twee jaar later was hij er zelf een bij Berenschot. Hoewel Paul inmiddels weer netjes in de sector werkt, is wel een trend gezet: Fred, Paul Giesbertz en zelfs Maarten hebben tegenwoordig “consultant” op hun visitekaartjes staan. Vanwege potentiële verwarring met de andere, lange Paul noemt Paul Leufkens zich ook wel Pèpè, wat slaat op zijn twee voorletters. Inmiddels draagt hij vanuit Amerika m.n. zorg voor het internationale aspect.

Fred Steennis is de enige doctor in ons gezelschap. Gepromoveerd op waterbomen, zowel ‘de’ waterbomen als ‘het’ bomen als buitengewoon hoogleraar in Eindhoven. Maarten benaderde Fred tegelijk met Pèpè, speciaal voor de zang. Fred is niet alleen de man met prachtige stem, maar ook voor de techniek, zowel de film als de elektrische piano en installatie. Sommige ‘roots’ van Fred zijn zichtbaar aan het lied dat hij maakte op ‘het testament’ van Boudewijn de Groot en zijn ‘flower power’ optreden bij Cired in Amsterdam. Fred is bariton, maar vlak hem ook niet uit als pianist. Waar Pèpè graag keet mag maken is Fred perfectionist. Bij de viering van Freds 50e verjaardag seinde Paul hem ‘life, met dank aan Broadcasting India’ een groet toe, waarin de verzuchting, dat je wel kon merken, dat Fred er niet bij was voor de techniek, dan was de verbinding niet zo slecht geweest. Fred zegt van hemzelf dat hij geen grappenmaker is en misschien daarom is hij er de laatste jaren niet bij.

Paul Giesbertz werd door Fred opgemerkt in het KEMA-koor en toen Pèpè na een van zijn wisselingen van werkgever weer eens twijfelde of hij mee zou doen met de voorbereidingen voor Cigré leek het in 1998 raadzaam een reserve te hebben. Hij gooide meteen zijn volle lengte in de strijd als pantograaf scheider in het lied ‘Op ’n klein stationnetje’. Wat om defensieve redenen begon bleek een bron van nieuwe creatieve kracht, Paul zingt een goede tenor, speelt ook piano, ukelele en accordeon. Hoe hij typetjes naspeelt, bijv. dr. Clavan en de Japanse bankdirecteur zou hij zo met Van Kooten en De Bie of Koefnoen mee kunnen doen. Lange Paul trouwde met de Wit Russische Vita Okunevich (we gingen naar Minsk met de trein, ’t was te ver voor de fiets) en noemen hem ook wel Pavel. Hij ging ’n tijd vreemd met de DTe.

Martin Dorgelo, origineel van KEMA (’t Zal ook eens niet) zat met Maarten en Fred in het Informeel Koornmarkt Overleg en dat mag iets zeggen over zijn creativiteit. Bij het CIGRE optreden in 2006 “stress in energiesystemen” speelde hij de rol van ’n wat geïrriteerde voorzitter van deze speciale sessie. Hij bracht zijn ICT-vaardigheden in met ’n overduidelijke PowerPointpresentatie die n-dimensionale logica bracht in onze eenvoudige E-wereld. Ook thuis leeft hij in parallelle universums: als chef (vraag om zijn lamsbout), qua verbouwing van zijn bakkerij en niet te vergeten in zijn klassieke auto’s.  

Wij hebben de nodige dingen gemeen: Fred en Pavel hebben beide eens de Hidde Nijland prijs gewonnen. De beide Paulen en Ma(a)rtens hebben natuurlijk hun namen gemeen. Maarten en Pèpè hebben een behoorlijk dikke kop. Gevijven delen wij een gezond wantrouwen voor adviseurs & management en liefde voor de wetten van Maxwell, spanning en stroom en ouderwetse ingenieurs met zweetlucht en zonder idee hoe met vrouwen om te gaan.


[1] waarin: ‘ons bedrijf is failliet – je adviezen zijn vergeten, je rekeningen niet’

Het proces

In een aflevering van VPRO’s zomergasten was een keer door glas te zien hoe Pablo Picasso een schilderij maakt. ’t Begint met een rondje, dat wordt voetbal en dan met een rondje ernaast twee vrouwenborsten. Dan komt er een staart aan één rondje en is het een vis geworden. Picasso blijft door variëren, verf erover, groter, anders en aan het einde is er niets meer te herkennen van waar het mee begon. Zoiets gebeurt ook bij Cabarnet. Humor ligt natuurlijk op straat: kijk om je heen, zeg letterlijk na wat je iemand hebt horen zeggen, lees de krant en je hoeft het alleen handig bij elkaar te brengen. ’n Keer ging de dialoog moeiteloos van een beschrijving van de sinus naar de bocht die een schaatser met de klapschaats maakt, NUON-klapstroom was geboren, die met meer vaart door de nuldoorgang gaat en alleen moet uitkijken, dat hij op de piek niet uit de bocht vliegt. ’n Beetje inspelen op vooroordelen jegens allen die meer verdienen, managers & consultants is ook wel handig. We willen het wel  fijn houden, beter te suggereren, het leven is toch illusie.

of: hoe gaat het eigenlijk met de E-sector